Coachen
Definitie: Je ondersteunt anderen in hun persoonlijke ontwikkeling. Je creëert een leerklimaat met ruimte voor fouten en feedback.
Gedragsindicatoren:
- Je zorgt ervoor dat je medewerkers opleidingen kunnen volgen.
- Je neemt initiatief om kennis en vaardigheden uit te wisselen.
- Je luistert naar je medewerkers en bouwt een vertrouwensband op.
- Je hebt aandacht voor het welzijn van je medewerkers.
- Je toont regelmatig waardering en erkenning. Je geeft opbouwende feedback waarbij je fouten gebruikt als leermomenten.
- Je stimuleert anderen om hun talenten en groeikansen te ontdekken, in te zetten en te ontwikkelen.
- Je stemt je coachingsstijl af op je medewerker. Je bent je hierbij bewust van je eigen sterktes, valkuilen en vooroordelen.
- Je coacht medewerkers zodat ze bijdragen aan de organisatiedoelen en klaar zijn voor (toekomstige) uitdagingen.
- Je stelt samen met de medewerker een ontwikkelingstraject op dat in lijn ligt met de doelstellingen van de medewerker en de dienst.
- Je benoemt groeikansen voor het team en gaat er samen mee aan de slag.
- Je stimuleert zelfreflectie en zelfstandigheid bij je team.
- Je laat je medewerkers zelf in dialoog gaan om tot een goede samenwerking te komen en samen problemen op te lossen.
- Je stimuleert medewerkers om elkaar te coachen.
- Je creëert een cultuur waarin vertrouwen, open communicatie en feedback centraal staan.
- Je bewaakt je eigen grenzen en die van je medewerkers. Je ondersteunt hen in het omgaan met stressvolle en belastende situaties. Je verwijst door indien nodig.