Organiseren
Definitie: Je plant opdrachten in volgens de prioriteiten. Je houdt hierbij rekening met de beschikbare tijd, mensen en middelen.
Gedragsindicatoren:
- Je plant je werk in en volgt dit op.
- Je werkt alles op tijd af. Je houdt rekening met deadlines en geeft op tijd aan wanneer je de planning niet kan halen.
- Je denkt na over de logische volgorde van taken en werkt gestructureerd.
- Je behoudt het overzicht en zorgt dat alles gemakkelijk terug te vinden is voor jezelf en anderen.
- Je plant opdrachten in volgens de afgesproken procedures en prioriteiten.
- Je bepaalt je eigen prioriteiten op basis van de doelstellingen.
- Je geeft richting en stelt duidelijke prioriteiten in de dagelijkse werking van het team.
- Je volgt de voortgang van het werk of project op. Je organiseert regelmatig werkoverleg en stuurt bij waar nodig.
- Je plant de werkzaamheden van een team, rekening houdend met hun sterktes en interesses.
- Je splitst een opdracht op in deelopdrachten en tussentijdse doelstellingen. Je blijft hierbij gefocust op het einddoel.
- Je zet beschikbare tijd, mensen en middelen efficiënt in zodat ze maximaal bijdragen aan de doelstellingen. Je hebt hierbij aandacht voor veiligheid, gezondheid, werkbelasting, …
- Je legt procedures, werkmethodes en processen vast om het werk vlot te laten verlopen.
- Je maakt langetermijnplanningen en voorziet hierbij ruimte om op veranderingen in te kunnen spelen.
- Je zet mensen, middelen en budgetten ook bij nieuwe uitdagingen of crisissituaties zo goed mogelijk in.
- Je stimuleert anderen om (kosten)bewust om te gaan met materialen en middelen.