Veilig werken

Definitie: Je volgt de veiligheidsvoorschriften. Je houdt rekening met je eigen veiligheid en die van anderen.

Gedragsindicatoren:

  1. Je kent de veiligheidsvoorschriften en past deze toe.
  2. Je draagt de nodige beschermingsmiddelen.
  3. Je bergt materiaal op een veilige manier op.
  4. Je merkt gevaarlijke situaties op en grijpt onmiddellijk in als dat mogelijk is.
  5. Je meldt gevaarlijke situaties en (bijna) ongevallen.
  6. Je kan inschatten of een handeling of situatie veilig is, ook wanneer dit niet in de veiligheidsvoorschriften staat.
  7. Je gebruikt machines, gereedschappen, vervoermiddelen, gevaarlijke stoffen, … op een juiste en veilige manier.
  8. Je werkt ergonomisch, bijvoorbeeld door de juiste hef- en tiltechnieken toe te passen.
  9. Je geeft informatie over de veiligheidsvoorschriften door en stimuleert anderen om deze te volgen. Je maakt veiligheid bespreekbaar.
  10. Je blijft op de hoogte van veranderingen in veiligheidsvoorschriften.
  11. Je bewaakt en controleert de toepassing van de veiligheidsvoorschriften. Je spreekt anderen aan op onveilig gedrag.
  12. Je past de werkorganisatie, taakverdeling of werkmethode aan na incidenten.
  13. Je werkt rond veiligheid samen met relevante partners, bijvoorbeeld de preventieadviseur.
  14. Je analyseert werksituaties en komt tot een preventief actieplan om risico’s te verkleinen.
  15. Je zet richtlijnen en wettelijke voorschriften rond veiligheid om in de praktijk.